Het minimumloon werd in Nederland al op 27 november 1968 ingevoerd en valt niet meer weg te denken uit het politieke landschap. In Duitsland daarentegen stribbelden regeringspartijen en werkgeversorganisaties jaren lang tegen en blokkeerden de invoering van een wettelijk minimumloon. In hun argumentatie verwezen ze graag naar de tariefautonomie, die door art. 9 lid 3 van de Duitse Grondwet wordt gewaarborgd. Volgens dit artikel hebben werknemers en werkgevers het recht om coalities te sluiten om zo mee vorm te geven aan de arbeids- en economische omstandigheden. Een wettelijk vastgesteld minimum loon vormt, volgens de tegenstanders, een inbreuk op de tariefautonomie van werkgevers en werknemers door de staat. De tegenstanders van het minimumloon hebben hun verzet nu opgegeven.
Na heftige politieke debatten heeft de Duitse Bondsdag op 3 juli j.l. een wet aangenomen waarmee per 1 januari 2015 een algemeen minimumloon wordt invoerd. De hoogte van het minimumloon bedraagt € 8,50 per uur (bruto). Deze regeling geldt ook voor buitenlandse – dus ook voor Nederlandse – bedrijven die hun werknemers in Duitsland aan het werk zetten.
In een overgangsperiode tot en met 31 december 2016 bestaat er echter nog een aantal uitzonderingen. Zo zijn cao’s met een lager bruto-uurloon tot eind 2016 nog verder van kracht. Voorzover in cao’s een bruto uurloon is opgenomen, dat – zoals bijvoorbeeld in de bouwbranche of in de uitzendbranche – hoger is dan het minimumloon, blijven deze cao’s ook na de overgangsperiode van toepassing. Leerlingen, minderjarigen en – onder bepaalde omstandigheden – stagiaires vallen niet onder het minimumloon. Ook voor langdurig werklozen geldt een uitzonderingsregel. Zij kunnen in de eerste zes maanden van een nieuwe baan tegen een lager uurloon worden aangesteld.
Heeft u vragen over het minimumloon in Duitsland? Neem dan gerust contact op met een van onze Nederlandstalige advocaten.
Tweet